Gaten in het ijs
23/07/2012Ondanks dat de laatste weken lagedruk troef is rond de geografische noordpool, met daarbij onvermijdelijk veel bewolking, verschijnen er toch steeds meer gaten in het zeeijs. Zelfs dicht in de buurt van zo’n lagedrukgebied.
Je zou toch vermoeden dat dergelijke gaten vooral ontstaan bij weinig bewolking en veel inkomende zonnestraling, waardoor het ijs goed kan gaan smelten. Dat klopt, maar er spelen meerdere factoren een rol. Een daarvan is de wind. Die zorgt ervoor dat rond een lagedrukgebied het ijs zich verspreidt, waardoor er wel gaten moeten komen.
Voor de rest van dit artikel nemen we aan dat we op het noordelijk halfrond zitten (op het zuidelijk halfrond zijn de richtingen andersom).
Rond een lagedrukgebied waaien de winden tegen de klok in, ongeveer evenwijdig met de isobaren (lijnen van gelijke luchtdruk). Dat de lucht niet in een rechte lijn van een hoge- naar een lagedrukgebied stroomt, komt omdat de Aarde draait, waardoor er een zogeheten Corioliseffect optreedt. Dit heeft tot gevolg dat aan de oostzijde van een lagedrukgebied een overwegend zuidenwind waait.
Diezelfde zuidenwind zal ervoor zorgen dat een ijsplaat zich noordwaarts gaat bewegen. Maar ook die ijsplaat is onderhevig aan het Corioliseffect. In tegenstelling tot de lucht erboven is er nu echter geen kracht richting het centrum van het lagedrukgebied. Daarom zal de ijsplaat onder een zuidelijke wind zich niet naar het noorden maar ongeveer naar het noordoosten verplaatsen (Ekmanspiraal).
Rond een lagedrukgebied verspreidt het ijs zich derhalve, en er vallen onvermijdelijk gaten. In de winter zullen deze met temperaturen zeer ver onder nul direct weer dichtvriezen, maar in de zomer blijven ze open indien (zoals tegenwoordig) de temperaturen ter plekke rond of boven nul zijn.
Vermelde gaten in het ijs zijn een reëel verschijnsel, niet enkel plasjes water op het ijs zoals sommige criticasters menen. Dagelijkse satellietopnames van het arctisch ijs zijn hier te vinden; wekelijkse composietbeelden hier.