Criticasters
10/02/2015Regelmatig heb ik op dit blog de term criticasters gebruikt om diegenen aan te duiden die zich keren tegen de overheersende opvatting dat de klimaatverandering en opwarming van de laatste decennia vooral het gevolg is van menselijke uitstoot van broeikasgassen als CO2.
Anderen hanteren soms de term ontkenners, maar daarmee wordt mijns inziens te veel over een kam geschoren. Je hebt mensen die denken dat er helemaal geen verandering plaatsvindt en/of dat CO2 geen broeikaseffect veroorzaakt, anderen erkennen verandering maar menen dat het geheel of grotendeels een natuurlijk proces is, weer andere erkennen wel de menselijke invloed maar denken dat de gevolgen beperkt zullen zijn.
Mijn papieren editie van Van Dale geeft voor criticaster de omschrijving: onbillijk of onbevoegd recensent, muggenzifter, vitter. Online geeft Van Dale nu als betekenis: iemand die voortdurend kritiek levert. Het Algemeen Nederlands Woordenboek zegt: criticus die bijvoorbeeld kunstuitingen, politieke voorkeuren of bepaalde, meestal bekende, personen of hun handelen, streng, negatief of onredelijk beoordeelt of recenseert; negatieve criticus. Een woordenboek over kunst uit 1858: een berisper; waanwijze kunstregter, die de regels der kunst niet verstaat, maar alleen naar luim en uit partijdigheid en andere bijoogmerken oordeelt.
Voor mij zijn de kenmerken van een criticaster: altijd negatieve kritiek op personen met een andere mening, veelal ontbreken van elementaire kennis, vooringenomen standpunten, ontbreken van elke vorm van zelfkritiek, focussen op details en negeren van grote lijnen, denken dat je het beter weet dan deskundigen.
Ook criticasters heb je in alle soorten en maten. Bijvoorbeeld een Roy Spencer, die erkent dat CO2 een broeikaseffect heeft, maar weuit religieuze en politieke opvattingen de impact bagatelliseert. Of een Anthony Watts die in zijn blog stukken publiceert, die elkaar soms volstrekt tegenspreken, doch voldoen aan één regel: het kan en mag niet de mens zijn.
Criticasters mogen zichzelf nogal eens duiden met de term scepticus. Dat is in elk geval onterecht. Elke wetenschapper is een scepticus, in die zin dat hij/zij nooit de idee heeft de laatste waarheid in pacht te hebben. Elke ontdekking levert weer nieuwe vragen op; de wetenschap kent geen einde. Dat criticasters zichzelf vaak de term scepticus toebedelen is een gotspe: het ontbreekt hen meestal aan elke vorm van werkelijk scepticisme, laat staan enige zelfkritiek; volstrekt tegenstrijdige en onverenigbare opvattingen worden vaak met applaus begroet.
Als het om klimaatverandering gaat, denken criticasters vaak van zichzelf dat ze vernieuwend zijn, omdat ze zich afzetten tegen de nu overheersende wetenschappelijke opvattingen. Het tegendeel is echter waar: ze verkondigen voornamelijk ideeën die al lang en breed weerlegd en achterhaald zijn.
Een vaak gehoord argument is: er is nog onzekerheid over xxx of yyy. Elke wetenschapper zal erkennen dat er een onzekerheid bestaat, anders kan hij/zij beter stoppen met onderzoek. Maar dat betekent niet dat er geen vooruitgang geboekt wordt in kennis. Het niet willen zien van een dergelijke voortgang in kennis is typerend voor criticasters.
Goed, dit ging om mijn gebruik van de term criticasters op dit blog. Ik weersta de verleiding een opsomming te geven welke termen criticasters gebruiken voor diegenen die zij zien als hun ’tegenstanders’: daar lusten de honden geen brood van.