WINDHOZEN EN WINDSTOTEN

In de volkstaal en ook de pers wordt al snel van een windhoos gesproken, als ergens schade optreedt ten gevolge van harde wind. Hoewel de getroffenen het wellicht minder interessant zullen vinden, maken weerkundigen duidelijk onderscheid in de soorten winden die schade kunnen berokkenen. Hieronder zullen we een aantal Nederlandse termen bespreken, met tussen haakjes de Engelse woorden die vaak op Internet pagina's te vinden zijn.

STORM (GALE)

De kracht van een gestage, langer voortdurende wind, wordt uitgedrukt in de schaal van Beaufort. De windmeters moeten daarbij zeker tien minuten lang een bepaalde gemiddelde snelheid aangeven. Er kunnen daarbij tussendoor best kortdurende vlagen van grotere kracht zijn, maar dan spreken we van windstoten. Bij windkracht in Beaufort gaat het dus altijd om gemiddelde en aanhoudende windsterktes. Deze kunnen op zich krachtig genoeg zijn om schade aan te richten, bij windkracht 8 of hoger. Kracht 8 is stormachtig, kracht 9 storm, kracht 10 zware storm, kracht 11 zeer zware storm. Het hoogste in de schaal is windkracht 12, orkaankracht. Dit komt in Nederland zelden voor, en boven land vrijwel nooit. Een echte orkaan is evenwel iets heel iets anders.

ORKAAN (HURRICANE/TYPHONE)

Een orkaan kan alleen ontstaan en zich in stand houden boven zeer warm zeewater. De oorsprong van de meeste Atlantische orkanen is ten westen van Afrika. Ze trekken dan voornamelijk westwaarts naar het Caribisch gebied of het zuidoosten van de Verenigde Staten. Ook boven de Stille Oceaan (Filippijnen, Japan, China, Taiwan, Vietnam, Australië) en de Indische Oceaan (India, Bangla Desh) komen veelvuldig orkanen voor. Een orkaan wordt gekenmerkt door een langzaam ronddraaiend, soms honderden kilometers groot, gebied van zware (onweers)buien. Precies in het midden ontbreken de buien, het zogenaamde oog. Hier vlak omheen staan de sterkste winden met (natuurlijk) orkaankracht. De kracht van een orkaan wordt in een speciale schaal uitgedrukt, van categorie 1 tot categorie 5. Een tropisch systeem dat al wel circulatie heeft, maar nog geen winden van orkaankracht, heet een tropische depressie (wind minder dan 35 knopen) of een tropische storm (wind tussen de 35 en 64 knopen). Een tropische depressie (TD) krijgt alleen een nummer, een tropische storm (TS) ook een naam.
Zodra een orkaan boven kouder water of land komt, zwakt hij af. De restanten kunnen dan soms samensmelten met een 'gewoon' stormgebied en na weken ook West-Europa bereiken. Dit kan hier dan aanleiding geven tot overvloedige regenval, zoals het zuidwesten van ons land gemerkt heeft in september 1998.

WINDSTOOT OF RUKWIND (GUST)

Windstoten komen het gehele jaar voor tijdens buiig weer. Vooral in de zomer bij onweersbuien zorgen ze veelvuldig voor schade. Ze gaan meestal vooraf aan de bui zelf, wanneer krachtige winden van grote hoogte naar beneden vallen. Soms gaan ze samen met een rij voortjagende wolken, een rolwolk of shelfcloud. Omdat de bui in een bepaalde richting trekt zullen de schadesporen van rukwinden altijd in ongeveer diezelfde richting wijzen. Ook treden de rukwinden meestal over een vrij groot gebied verspreid voor, dit in tegenstelling tot een windhoos.

VALWIND (DOWNBURST)

Zeer zware neerslag en hagel in een bui kan soms vergezeld worden van bijzonder hevige koude winden, die zich met de neerslag naar beneden begeven. Deze valwinden kunnen voor veel schade zorgen. Het verschil met een tornado (zie hierna) is altijd dat bij valwinden de schade over een groter gebied verspreid is (geen smal spoor) en dat geknakte bomen altijd in dezelfde richting zullen zijn gevallen, namelijk de richting waarin de bui trekt. Hoewel een valwind net zo veel schade kan veroorzaken als een tornado, zullen weerkundigen altijd proberen onderscheid te maken door onderzoek ter plaatse.

WINDHOOS (TORNADO)

Er is geen verschil tussen een windhoos en een tornado. In de pers wordt soms het woord 'tornado' gebruikt voor de zwaardere gevallen die nogal eens in de VS voorkomen, en de term 'windhoos' of 'mini-tornado' voor minder zwaardere gevallen in Europa. Dit is onjuist taalgebruik. Windhoos = tornado. Punt. Wil men de kracht aanduiden, dan kunnen gewoon de woorden 'licht' of 'zwaar' etc gebruikt worden, of nog beter de F-schaal (zie verderop).
Het meest kenmerkende van een windhoos is de sterk ronddraaiende wind op een smal gebied. Een windhoos is zelden meer dan enkele tientallen meters breed. Het is een omhoogzuigende wind, zodat voorwerpen in de lucht gezogen kunnen worden en soms kilometers verder pas weer neergeworpen. Het schadespoor zal smal zijn. Ook zullen omgevallen bomen niet allemaal in dezelfde richting omgeworpen zijn, maar soms totaal de andere kant op. Vaak is bij een hoos een duidelijke slurf zichtbaar, vanaf de onderkant van de buienwolk tot op de grond. Dit is echter niet altijd het geval.
Er bestaan duidelijk hoosachtige luchten, dat wil zeggen buien die eventueel een windhoos kunnen veroorzaken. We zien dan in of vlak onder de buienlucht ronddraaiende of opwervelende wolken, en/of een uit de bui zich naar beneden uitstrekkende slurf (tuba). Pas wanneer op de grond zelf een ronddraaiende wind met duidelijke schade optreedt, spreken we van een echte windhoos.
Net als bij gewone windkracht en orkanen, is er voor windhozen/tornado's een aparte schaal bedacht om de sterkte aan te geven, de schaal van Fujita:

F-SchaalIntensiteitWind snelheidSoort schade
F0zwakke tornado64-117 km/uenige schade aan schoorstenen; takken breken van bomen af; ondiep gewortelde bomen vallen om; schade aan verkeersborden
F1matige tornado118-179 km/ude wind is zo sterk als de zwakste orkaan; pannen vliegen van de daken af; caravans worden weggeworpen; rijdende auto's worden van de weg geblazen
F2krachtige tornado180-253 km/uaanzienlijke schade; daken worden van huizen geblazen; caravans worden vernield; grote bomen breken of ontwortelen; kleine voorwerpen worden projectielen
F3zware tornado254-332 km/uvan goed gebouwde huizen waaien daken af en storten muren in; treinen worden omgeblazen; in bossen worden de meeste bomen ontworteld
F4verwoestende tornado333-419 km/ugoedgebouwde huizen worden opgetild; gebouwen met zwakke fundering worden een eind weg geblazen; auto's worden ver weg gesleurd; grote voorwerpen worden projectielen
F5ongelooflijke tornado420-512 km/usterke gebouwen worden weggerukt en een eind weggeblazen en vernietigd; voorwerpen ter grootte van een auto worden als projectielen honderd meters ver geblazen; bomen worden van hun bast ontdaan; gebouwen van staal en beton worden zwaar beschadigd

Theoretisch zouden hogere windsnelheden mogelijk zijn, maar er is geen windmeter die dit zou overleven om het te kunnen controleren. De sterkte van een windhoos wordt overigens meestal geschat op grond van schadesporen, aangezien de hoos meestal niet zo behulpzaam is om op zijn smalle route een windmeter aan te doen.
In de Verenigde Staten is de Fujita schaal inmiddels vervamgen door een Enhanced Fujita schaal (EF0 - EF5). In het Verenigd Koninkrijk wordt verder een T-schaal gebruikt (T0 - T10).

WATERHOOS (WATERSPOUT)

Zoals de naam al aangeeft bevindt een waterhoos zich boven water. In Nederland worden ze elk jaar regelmatig gezien boven de Waddenzee, het IJsselmeer en langs de westkust. Een waterhoos is in wezen niets anders dan een gewone windhoos. Meestal zijn ze smal en zwak (F0) en verdwijnen direct zodra ze eventueel aan land komen. Maar een enkele is krachtiger en kan dan toch voor schade zorgen (Ameland, 1972 en 1992).

STOFHOOS (DUST DEVIL)

Er bestaan ook onschuldige hoosjes, die we soms kunnen zien zonder een wolkje aan de lucht. In de lente en zomer kan stof opgewarreld worden in een kolkje. Stofhozen komen voornamelijk voor boven zandgrond of nog braakliggend landbouwgrond. Meestal bereiken ze slechts een paar meter hoogte vanaf de grond.

WERVELWIND

Vooral in de pers wordt het woord 'wervelwind' nogal eens gebruikt voor zowel een orkaan als een tornado. Het is een onduidelijke term, die derhalve vermeden moet worden.