Opwarming in Nederland nader bekeken
04/07/2011Al eerder hebben we onderzocht of de cijfers van De Bilt wel representatief geacht kunnen worden voor klimaatverandering in Nederland. Het antwoord was duidelijk: ja. Bekeken we in het genoemde artikel de cijfers over 1992 t/m 2009, nu gaan we een jaar verder. Bovendien bekijken we nu ook de cijfers over 1971 t/m 2010 teneinde een wat langere, meer significante, periode te beschouwen. Ook nu weer blijkt weet dat de cijfers van De Bilt niet overdreven zijn, als het gaat om een indruk van het hele land.
Naast die van De Bilt hebben we nu meerdere gehomogeniseerde reeksen voor een aantal stations toegevoegd, zoals die door het KNMI zijn berekend. Deze zijn te herkennen aan (hom) achter de naam.
Zoals gewoonlijk: klik op een afbeelding om een grotere versie te zien. Het beginjaar 1992 is gekozen om zoveel mogelijk (ook nieuwere) KNMI-stations mee te kunnen nemen.
De trends zijn nu duidelijk een stuk lager dan die over 1992 t/m 2009, nu het relatief koele jaar 2010 is meegerekend. Opnieuw de waarschuwing dat de weergave van de trends niet bedoeld is om enige voorspelling te doen, doch uitsluitend om wat cijfers onderling te kunnen vergelijken. Geen van de trends over genoemde periode is statistisch significant, vanwege het relatief kleine aantal jaren in combinatie met grote fluctuaties van jaar tot jaar.
Net als een jaar geleden blijken noordelijke stations de meeste opwarming te hebben gekend (0,40°/10jr in Nieuw Beerta), en zuidelijke stations de minste (0,10° in Maastricht/Beek – hom).
Het verschil in trend per 10 jaar tussen De Bilt (0,22°/10jr) en enkele andere reeksen is:
– De Bilt (gehom.) +0,01°
– Centraal Nederland Temperatuur (CNT) +0,01°
– Cabauw -0,06°
– Herwijnen 0,00°
– gemiddelde van niet gehomogeniseerde stations -0,03°
– gemiddelde van gehomogeniseerde stations +0,01°
Voor alle duidelijkheid: een plus betekent dat de trend in De Bilt hoger is, en een min dat de trend daar lager is dan de vermelde andere reeks.
Over een wat langere periode (1971 t/m 2010) beschikken we over beduidend minder reeksen, maar de trends zijn in dit geval allemaal statistisch significant.
De opwarming varieert nu tussen +0,40°/10jr in Beek tot +0,33°/10jr in Eindhoven. De Bilt heeft hier een trend van +0,38°/10jr, dat is 0,02° hoger dan o.a. CNT en De Bilt (gehom.) en 0,03° hoger dan het gemiddelde van alle gehomogeniseerde reeksen.
De trendcijfers uit beide beschouwde periodes laten zien dat de ruwe (niet gehomogeniseerde) temperaturen in De Bilt geen overdreven beeld schetsen van de opwarming in Nederland, zoals door sommige criticasters nogal eens beweerd wordt.
Alle temperatuurreeksen zijn te vinden op de site van het KNMI:
– (ruwe) dagreeksen
– gehomogeniseerde maandreeksen
– Centraal Nederland Temperatuur