Wat is normaal?
14/01/2011Nu een decennium is afgerond zal onder mee het KNMI binnen enkele maanden overgaan op nieuwe ‘normalen’. In plaats van de gemiddelden over 1971-2000 zullen dan de gemiddelden over 1981-2010 gehanteerd worden als ‘normaal’. Over het hele jaar betekent dit dat de temperatuur met 0,4°C zal worden verhoogd. De afzonderlijke maanden worden met 0,2° tot zelfs 0,9° (april) verhoogd. Grote uitzondering is de maand december: deze wordt 0,3° lager.
Betekent dit nu dat het momenteel 0,4° warmer is dan 10 jaar geleden? Nee, enkel het gemiddelde over 1981-2010 is 0,4° hoger dan het gemiddelde over 1971-2000. De cijfers van de jaren 1971-1980 zijn vervangen die van de jaren 2001-2010, de jaren 1981-2000 komen in zowel de oude als de nieuwe ‘normaal’ voor. Het feit dat op een 30-jarige periode de vervanging van een oude 10-jarige periode door een nieuwe 10-jarige periode een verhoging van 0,4° oplevert, betekent dat die nieuwe 10-jarige periode dus zo’n 3 x 0,4 warmer moet zijn dan de oude. Dat klopt: 2001-2010 was gemiddeld 10,5° tegenover 1971-1980 9,4°, een verschil van 1,1° dus.
Ik schrijf ‘normaal’ met opzet tussen aanhalingstekens. Er bestaat geen ‘normaal weer’, net zo min als een ‘normaal mens’. Net als bij statistieken over mensen gaat het bij statistieken over het weer over gemiddelden. Wat daarbij ‘normaal’ is, is een subjectieve uitspraak.
Beter zou het zijn tevens te vermelden wat de zogeheten standaardafwijking () is. Wat betreft het KNMI-hoofdstation De Bilt is de gemiddelde temperatuur over de jaren 1981-2010 10,2°C met een van 0,7°C. Iets minder subjectief zou je dan kunnen zeggen dat een hedendaagse ‘normale’ jaartemperatuur voor De Bilt tussen 9,5° en 10,9° ligt (10,2° plus of min 0,7°).
Daarmee vallen de jaren 2006 en 2007 (temperatuur 11,2°) alsmede het afgelopen jaar 2010 (9,2°) buiten de categorie ‘normaal’. Zijn die jaren daardoor extreem? Nee, voor het begrip ‘extreem’ wordt veelal een afwijking van 2x of zelfs 3x de standaardafwijking gehanteerd.
De standaardafwijking is verschillend voor de maanden en seizoenen. In de wintermaanden zijn de variaties groter dan in de zomer, en beide nog weer groter dan in lente of herfst. Dat geldt trouwens in het algemeen voor het noordelijk halfrond, waarop zich de meeste landmassa’s bevinden.
Opmerking: de vermelde gemiddelden over 1981-2010 zijn voorlopige cijfers.